maandag 27 april 2015

Kerken en mijmeringen

Uitkijken over Kelat, zonder zorgen en met veel dromen! Een wandeling maken in deze vallei en telkens iets nieuws ontdekken, kan hier dagelijks. Er zijn meer dan 20 orthodoxe kerken. Ik heb ze bijlange nog niet allemaal gezien, laat staan bezocht. De kerken die ik een bezoek bracht, waren telkens prachtig. Een stukje verborgen schoonheid die enkel is weg gelegd voor mensen die hier wonen en leven. Ik voel me gelukkig dat ik hier ben en mag meeleven met het ritme van het dorp. Het is niet het leven dat ik gewoon ben, het is zelfs niet te vergelijken. 's Ochtends opstaan met het eerste licht en 's avonds gaan slapen wanneer thuis in België het avondleven pas begint.

Als ik ga wandelen heb ik altijd een steen in mijn hand om honden weg te houden want hondsdolheid is nog een bestaand fenomeen. Je moet op je hoede zijn wanneer je een nieuwe steen opneemt. Onder elke steen kan een slang, schorpioen of giftige spin verborgen zijn. Beten komen hier dagelijks voor, maar geen nood, het antigif ligt klaar in Sobeya, het dorp verderop.

Toen ik op stap was naar Sobeya, ontmoette ik een vrouw met haar kleine baby in een draagdoek. Ik hielp bij de geboorte. Het feit dat de baby het mutsje droeg die ik haar schonk, deed me glunderen.

De dagen worden hier warmer en dat houdt me wat vaker binnenshuis. Elke inspanning begint meer en meer energie te vragen door de hitte. Toch tovert de zon nog steeds een glimlach op mijn gezicht.

Ondertussen breng ik veel tijd door met Abid, de verpleegkundige.  Door de taalbarrière kunnen we moeilijk communiceren. Toch voel ik dat ze open bloeit. We spelen samen, zingen, dansen, leren en kijken samen naar de prachtige omgeving om ons heen.
Overlaatst luidop moest ik luidop lachen tijdens het eten. Als ik in België ben zal ik met heimwee maar vooral met veel plezier vertellen over de momenten samen met Abid.
" you sleep good?" "yes, good, you?" "hmmm yeah, but guard snoring again" "hahaha" Onze confersaties bestaan steeds uit weinig woorden.
Elke middag eten we samen de zure pannenkoek injera met weer een te pikante saus. Ondertussen maak ik zelf de koffie. Het lukt me al aardig goed!
De avond maken we het vaak gezellig. Er brandt een kaars wanneer er geen elektriciteit is en onze koplamp hebben we al uit voorzorg aan. Ik krijg elke avond opnieuw spaghetti met ajuiensaus en thee. De saus bezorgde me overlaatst een voedselvergiftiging waardoor dit me niet meer zo smaakt.
De avond sluiten we af met een spelletje uno. Hoeveel keer we het spelen is afhankelijk van het uur maar ze zou soms blijven doorspelen. Stilzwijgend zitten we naast elkaar, lachen om elkaar als we verliezen. Er zijn niet altijd woorden nodig om elkaar te begrijpenen zeker niet om op het gemak te zijn bij elkaar. Het zijn stiltes die niet vervelend maar juist warmte en rust geven.

Mijn energie en tijd die ik stak om het werk wat efficiënter te laten verlopen, begint zijn vruchten af te werpen. Na zoveel keer uitleggen welk materiaal er voor handen is in de kliniek, maakt Abid er uiteindelijk gebruik van! Als ik dan de kliniek binnenkom toont ze met trots hoe ze het materiaal op een correctie manier gebruikt.
Ook Abara toont me trots elke keer de werking van de couveuse en sterilisator.
Het zijn deze kleine dingen die zullen blijven als ik weg ben, of dat hoop ik toch. Ik ben niet met de intentie gekomen om hier alles te veranderen maar wel om zaken beter te maken. En vooral om van elkaar te leren. Ik heb hier zelf bevallingen mogen doen, Abid heeft me leren naaien, vooral oren zijn moeilijk.
 De noodgenerator zal nog niet werken op de dag van mijn vertrek maar de waterpomp misschien wel nog, we zullen zien. Maar het zijn vooral de onverwachte kleine dingen die goud waard zijn.



vrijdag 24 april 2015

De Eritrese droom in een Ethiopisch vluchtelingenkamp

Via Tesfalem kon ik contact maken met Abebe. Een man eind de 30 die sinds 8jaar voor het NRC (= Norwegian Refugee Council) werkt. Hij kent Tesfalem omdat ze vroeger collega's waren in Adigrat waar ze werkten voor Caritas Belgium. Via hem kreeg ik te horen dat het niet mogelijk zou zijn om een vluchtelingenkamp te bezoeken zonder brief van de ARA (Administration for Refugees Affairs). Het hoofdconsulaat bevindt zich in Addis Abeba. Hij zei dat als we er heen zouden gaan, we gemakkelijk toestemminh zouden krijgen om de vluchtelingenkampen te bezoeken. Ze vinden dat er te weinig aandacht gaat naar de Eritrese vluchtelingenkampen waardoor ze te weinig internationale steun krijgen. Hij stond daarom wel open om me te woord te staan.
We spraken af voor een koffie op het terras aan mijn hotel. Ik had me voorbereid alsof ik een interview zou afleggen voor het vak Nederlands in de middelbare school. Met vragen neergekrabbeld op een vel papier, enkele blanco bladen en mijn stylo zat ik klaar om naar zijn kennis te luisteren. Bij aankomst stelden we elkaar kort voor en gingen meteen aan de slag.

In Ethiopië zijn er 587 708 vluchtelingen verdeeld over 23 vluchtelingenkampen. Ethiopië heeft een internationaal contract getekend waarbij ze akkoord gaan met de rechten van de vluchtelingen en dat zij hen ontvangt en opvangt. Als je kijkt naar de buurlanden is Ethiopie omringd door conflictgebieden, waardoor de vluchtelingenstroom groot is.
Het grootste kamp is Gambela kamp in het Zuidwesten van Ethiopië waar vooral Zuid-Soedanese vluchtelingen worden opgevangen. Er verblijven momenteel 256 279 vluchtelingen (UNHCR, 2013). Het grootste vluchtelingenkamp in de wereld, Dadaab ligt in het oosten van Kenya. Momenteel worden er 350 000 vluchtelingen opgevangen, vooral Somaliers (UNHCR, 2014). Een ander groot vluchtelingenkamp is Assosa, ligt in het Westen van Ethiopië en vangt zowel Zuid Soedanesen als Soedanesen op. Andere voorbeelden zijn Dollo Ado in het Zuiden en Jijga in het Zuidoosten die Somalische vluchtelingen opvangt, de kampen in Shire in het Noordwesten die Eritrese vluchtelingen opvangt en Afar in het Noordoosten die zowel Eritrese als Somalische vluchtelingen opvangt. Volgens Abebe is er ook een kamp in Shishiga die residenten van Ethiopië zelf opvangt, met dezelfde redenen als een vluchteling en onder bescherming van de overheid vallen, zogenaamd IDP= Internally Displaced People. Over dat laatste zouden er volgens de site van de UNHCR geen IDP's zijn in Ethiopië.

Shire ligt in het Noordwesten van Ethiopie, aan de grens met Eritrea. Er zijn 4 vluchtelingenkampen die vooral Eritrese vluchtelingen opvangt. 95% zijn van het Tigrayse type, waardoor ze vooral Tigrigna spreken. De kampen zijn gemengd met families, alleenstaande mannen en vrouwen en voor het grootste deel niet begeleide minderjarigen.
Er zijn over de 4 kampen 98 000 vluchtelingen geregistreerd maar het juiste aantal die effectief in de vluchtelingenkampen verblijven is niet gekend. De UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) doet maandelijks een telling en de cijfers komen niet overeen. Ze hebben geen zicht wie vertrekt uit de kampen om illegaal naar Europa te trekken. Voor hen zijn de bootvluchtelingen een levendig onderwerp, niet sinds afgelopen maanden, wel al een gekend probleem van jaren. Abebe vertelt me dat de Eritrese vluchtelingen altijd eerst via de Ethiopische vluchtelingenkamen gaan, ze zien dat er geen uitweg is, dromen van een betere toekomst in Europa en vertrekken via Soedan, Libië en steken de middelandse zee over naar waar het gras groener lijkt.

Dagelijks worden er nieuwe vluchtelingen geregistreerd. In september 2014 waren dat er gemiddeld 500/dag, in februari 2015 waren dat er nog 150-200/dag. Hij vermoedt dat er in september terug een grote instroom zal zijn, vooral van minderjarigen. In september krijgen de jongeren die net afgestudeerd zijn aan de middelbare school te horen of ze naar de universiteit mogen gaan. Dit is maar een klein aantal. Diegene die niet zijn geselecteerd zijn verplicht om legerdienst te doen. Er wordt gezegd dat dit voor enkele laanden is maar dit kan soms tot 10 jaar of langer duren. Hiervoor krijgen ze niet betaald, dus kunnen ze hun familie niet onderhouden. Omdat de omstandigheden tijdens de legerdienst erbarmelijk zijn, vluchten de jongeren naar Ethiopië. Abebe kon geen voorbeeld geven over de situatie binnen het leger maar ik wist via mijn werk dat dit vooral om folteringen gaan. Iemand die weigert zijn legerdienst te doen wordt gevangen genomen en verdwijnt daarna.
De situatie in Eritrea is algemeen slecht, vooral op sociaal-economisch vlak. Volgens Seneid, de leerkracht die zelf afkomstig is uit Eritrea, lijden veel mensen honger, is er bijna geen toegang tot gezondheidszorg, kan men niet kiezen wat ze doen voor werk en is er helemaal geen vrijheid en dus ook weinig hoop. De mensen zijn soms bang om op straat te lopen en doen enkel het broodnodige bijvoorbeeld naar de winkel gaan en de kinderen naar school laten gaan.
Abebe vindt dat er weinig aandacht is op internationaal vlak en dat het moeilijk is om iets te weten te komen over Eritrea. Ik merk dat er momenteel meer aandacht is door de gebeurtenissen met de bootvluchtelingen. Ik las in een artikel van de knack (april 2015) dat de media extreem gecensureerd wordt en dat de Eritrese bevolking een uitreisvisum nodig heeft om het land te verlaten, die bijna nooit wordt gegeven. Het wordt vergeleken met Noord-Korea en zelfs nog een trap hoger.
De relatie tussen Ethiopië en Eritrea is zoals ik eerder schreef niet goed, er hangt een constante spanning aan de grens. Dit is sinds de oorlog en onafhankelijkheid van Eritrea (1991) geleden nooit verbeterd maar eerder verslechterd.

De meeste vluchtelingen worden aangehouden aan de grens. In Derbobuna, het grensdorp waar de meeste vluchtelingen hun oversteek maken is een screening centrum, dit is dichtbij Shire. Ze krijgen daar een interview met iemand van IOM (International Organization for Migration) om te achterhalen of ze effectief een vluchteling zijn en recht hebben op opvang. Ze worden geregistreerd en met vrachtwagens naar een vluchtelingenkamp gebracht. In het screeningscentrum gebeurt ook een ebola screening, wat ik opmerkelijk vind voor dit gebied.,
Bij aankomst kunnen ze medische problemen melden, krijgen ze informatie over het vluchtelingenkamp en krijgen ze een basispakket (bv. Sanitaire benodigdheden, matras, deken...) . In Shire bestaan de kampen uit zowel huizen uit steen als uit tenten. De tenten zijn specifiek voor deze omgeving en zijn duurder dan andere tenten die men gebruikt in vluchtelingenkampen. Door gebrek aan financiele steun zijn er te weinig tenten voor de op te vangen vluchtelingen. In 1 standaard tent is er plaats voor 5 mensen maar nu liggen er in de volwassen tenten gemiddeld 15-20 mensen en in de tenten voor minderjarigen tot 8 jongeren.
Per tent hebben ze kookmateriaal en krijgen ze voeding om te verwerken. Indien ze extra middelen willen aankopen bv. kruiden of wasproduct, krijgen ze per gezin, per tent of per man bonnen waarmee ze dit kunnen inruilen in de verzamelposten. Bij minderjarigen zijn het de bewakers die hun bonnen bij houden.
De minderjarigen slapen samen in tenten en worden de leeftijden gemixt zodat oud voor jong kan zorgen. De injera krijgen ze van de staf, de sauzen moeten ze zelf maken.
De minderjarigen kunnen naar school gaan. Er is een technische school georganiseerd door NRC (Norwegian Refugee Council) voor de jongeren die een beroep willen leren, bijvoorbeeld houtbewerking, elektriciteit, haarzorg, verzorgende... Dit is niet verplicht maar bijna iedereen gaat daarop in.
Voor de niet begeleide minderjarigen worden er ook activiteiten georganiseerd en is er een zogenaamd kind vriendelijke ruimte. Ze kunnen sporten, krijgen kookles, doen aan groepsspelen... Voor de jongste kinderen is er een soortgelijk kinderdagverblijf.

In elk kamp is er gezondheidscentrum waar zowel een dokter als verpleegkundigen aanwezig zijn. Dit is 24u/24 open. Ze staan in voor eerste zorgen, bevallingen, vaccinaties, anticonceptie... Abebe kon jammer genoeg weinig uitleg geven over de werking van het gezondheidscentrum en de rechten van de patiënt.
In elk kamp is er ook plaats voor ieder zijn godsdienst. Er is een orthodoxe, katholieke en protestantse kerk en een moskee.

Er is een algemene wetgeving binnen de kampen. Er is een bestuur binnen elk kamp namelijk RCC (Central Refugee Comunite). Als er problemen zijn binnen het kamp komt ARA tussenbeiden en maakt het RCC een beslissing. In het algemeen heeft Abebe weinig weet over veel agressie. Er is sociale controle.
De kampen zijn open en dus iedereen kan binnen en ook vertrekken zonder registratie. Als ze zich in Ethiopië willen verplaatsen om bijvoorbeeld familie te bezoeken hebben ze een permissie nodig. Ik merkte tijdens mijn verblijf dat er veel legercontroles op de weg zijn en die permissie hebben ze op dat moment nodig. De vluchtelingen zijn niet verplicht om in een vluchtelingenkamp te verblijven en kunnen ook bij familie of kennissen verblijven.

In de kampen werken er bewakers, verpleegkundigen, dokter, leekrachten, sociaal werkers, administratief medewerkers... De werknemers kunnen zowel internationaal zijn als afkomstig uit Ethiopië of uit Eritrea, die zelf vluchteling zijn geweest. Er zijn ook heel wat organisaties aanwezig.
ARA is een organisatie van Ethiopië die vooral voor het algemene leven van de vluchtelingen zorgt bijvoorbeeld voeding. NRC is een Noorse organisatie die zorgt voor de tenten en zich specifiek richt naar de zorg van niet begeleide minderjarigen. Ze staan in voor het YEP project die de technische school organiseert. Verder is het UNHCR duidelijk aanwezig, IRC= International Rescue committee, CVT= Center for Victims of Torture, sinds 2015 MSF (Médecins Sans Frontières) from The Netherlands en IHS= Innovative Humanitarian Solutions.

Of de mensen er kunnen blijven is vanzelfsprekend in deze situatie volgens Abebe. Zolang de situatie in Eritrea niet verbeterd zal Ethiopië Eritrese vluchtelingen blijven opvangen. Of de situatie zal verbeteren is een groot vraagteken. Als ik ooit terugkeer weet ik niet wat ik hier zal vinden.. Wat ik nu vind en hoor is hoop! De mensen hopen op een betere toekomst, hier in Ethiopië of Europa. Maar hun ultieme droom is terug naar Eritrea gaan waar ze kunnen leven in alle vrijheid.

donderdag 23 april 2015

De (on)zichtbare bruid

Het gevoel hebben dat je zelf de bruid bent op een trouwfeest van een ander, is bizar.

We waren 1 dag voor het huwelijk van Tekle aangekomen in Shire. Deze stad is bekend voor zijn grote textielfabrieken, de toegang naar de Simien Mountains en zijn vluchtelingenkampen. Shire ligt in het Noordwesten van Ethiopië,  dichtbij de grens van Eritrea en Soedan.  De trouw ging door in Beliza een dorpje op een halfuurtje van deze industriestad.

Het was er erg warm zodat we de koelte binnen moesten opzoeken. s' Avonds dronken we bier en amuseerden we ons met een kaartspel,manillen.

Tekle kwam ons de volgende ochtend halen. Het was een half uurtje met de bus en een half uur te voet naar zijn dorp. Tijdens de staptocht was het bakken geblazen. Hij zei ons dat het 38°C was.
Beliza ligt op een grote vlakte op 600m hoogte. Er loopt een lange diepe groeve uitgesleten door een beek.  Er is geen elektriciteit. Het dorp bestaat voornamelijk uit lemen huizen met rieten daken. Er ging een drukke gezellige sfeer. Er werd gretig gewerkt aan de feestzaal, een soort afdak van bladeren en takken. We mochten ons eerst wassen en omkleden en dat gebeurde aan de beek, dus dit was nog een goed stukje afdalen. Na mijn klimtocht terug naar boven, kon ik mijn kleren terug uitwringen. Voor deze speciale gelegenheid droeg ik een groen met goudgeborduurd Ethiopisch kleed die ik samen met mijn ouders heb uitgekozen in Mekele. Na een mini-fotoshoot met Tekle, werden we voorgesteld aan zijn bruid. Ze zat verstopt in een donkere kamer vergezeld van haar zussen, er speelde muziek op de achtergrond. Ze keek verlegen maar bood ons aan om te gaan zitten. Marieke en ik werden beide onder ‘handen’ genomen. Onze nagels werden in verschillende kleuren gelakt. Tekle had ons beloofd dat er van alles te eten zou zijn maar uiteindelijk kregen we tegen onze zin terug half rauw vlees voorgeschoteld. Het leek alsof ik op een fietsband aan het kauwen was. Mijn ogen en traankanalen gingen wel open toen wij extra shuro kregen.

Toen de eerste genodigden aankwamen, kregen we een stoel aangeboden. Alle rijen mensen keken onze richting uit. Alsof wij, Tekle, Marieke en ik op een troon zaten!  Het voelde ongemakkelijk. De bruid kwam niet tevoorschijn en het leek alsof ik met Tekle trouwde. Alle aandacht ging naar ons en Tekle week geen meter van ons! Marieke en ik besloten niet te blijven zodat Tekle meer tijd kon spenderen aan zijn nieuwe bruid en familie. De aankondiging van ons vertrek zorgde bij Tekle voor een teleurstelling die hij niet kon onderdrukken. We maakten het goed door nog eens samen te dansen. In een kring met enkele gasten bewogen we met onze schouders op de muziek. We hadden veel bekijks maar op dat moment kon me dat weinig schelen. Ik zag aan Tekles gezicht dat het goed was en dat is voor mij het belangrijkste.

We probeerden Tekle te overtuigen om niet met ons mee te gaan. Toch begeleidde Tekle ons om samen te wachten op een bus. Er vielen nog veel lieve woorden maar het besef dat dit een echt afscheid is, had ik niet. Dit zal pas komen, wanneer ik definitief vertrek uit Kelat.

1 ding is zeker, als ik ooit trouw zal het met iemand zijn die ik goed ken en lief heb!




zondag 12 april 2015

Mijn eerste orthodox Pasen

Wat als je triestig bent en met niemand kan communiceren? Wat als de chauffeur weer eens moeilijk doetover geld? Wat als een dronken truckchauffeur de poort omver rijdt van de clinic en je als een razende tegen hem te keer gaat? Wat als je een hele nacht wakker moet blijven voor een bevalling en de jonge moeder ondankbaar is? Wat als je tussen die bevalling door een patiënt hebt moeten reanimeren na een zware vechtpartij en je collega staat te flippen? Wat als je geen honger hebt en je toch verplicht wordt om te eten? Wat als dat eten nu enkel vlees en injera is en je dit de hele dag door moet eten? Wat als je daarna moet braken tijdens je tocht door de bergen, gekleed in een traditioneel Ethiopisch gewaad?
Wat als je even naar huis wilt?
Dit was mijn orthodox Pasen...

Maar naast dit alles heb ik wel een leuke dag gehad. Abid en ik hebben samen gekookt, samen ons opgemaakt, gezelschapsspelletjes gespeeld, gelachen, gedanst...

Ik ging op bezoek bij Sunight, een plaatselijke leerkracht. Ik vond haar alleen in haar huisje kijkend naarde TV. Onverwachts vierde ze Pasen helemaal alleen. Haar man kon niet komen; hij had wachtdienst in het leger. Haar zus en broers mochten niet vertrekken uit het vluchtelingenkamp omdat ze elk moment hun medische test moeten ondergaan om daarna naar Amerika te vertrekken. De andere leerkrachten waren bij hun familie en haar zoontje en dochtertje waren met andere kinderen gaan spelen. Haar huis stond vol eten en ze had zelfs 2 emmers tsowa, een lokale drank, bereid. Samen deden we dan maar de ganse koffieceremonie en zo vertelde Sunight haar dromen. Wel, ze heeft eigenlijk 1 grote droom;  namelijk 1 dag samen zijn met haar hele familie en zo haar moeder en vader terug te zien. Omdat ze in Eritrea wonen, kan ze geen nieuws van hen ontvangen. Ze is bang dat haar moeder ondertussen al gestorven is. Ik schaam me, omdat ik me vandaag druk heb gemaakt om een stomme poort en heimwee had naar huis. Ook Abid kon Pasen niet vieren met haar familie omdat ze ver weg in Addis Abeba wonen.

Ps. Geef mij maar toch wat chocolade in plaats van hopen vlees op Pasen!!







zaterdag 11 april 2015

Een donkere nacht

Een beetje treurig verliet ik Mekele en ging ik alleen terug naar Kelat. Ik had nog inkopen gedaan op demarkt van Mekele. Niet zo'n slimme zet van me als je weet dat het paaszaterdag was. In en rond de markt zag ik een mensenzee. Na deze gekte overleeft te hebben, bracht Negasi, de vaste chauffeur me terug naar thuis. Ik genoot van deze mooie terugweg naar Kelat. Ethiopië blijft me verwonderen.

Ik wist nog niet wat me te wachten stond. Toen ik moe maar gelukkig aankwam in Kelat, deed Negasi moeilijk over het afgesproken bedrag. Hij wou gewoon meer krijgen dan wat was afgesproken. Ik ben het echt moe om telkens over geld te discussiëren. Daarom misschien heb ik eraan toegegeven. Dit was niet naar de zin van iemand van de tadia die er was komen bijstaan. Hij zei dat ik me niet mocht laten doen en niet mocht toegeven. Hij kon maar niet begrijpen dat ik het echt beu ben om altijd te discussiëren over geld. Dit is soms het enige waar het hier telkens om draait...

Ik zonderde me af in mijn kamer en hoorde plots een geluid. Ik zag nog net een grote truck die iets brederwas dan de ingangspoort het domein van de clinic oprijden . Ik was razend en schelde hem uit als gek! Hij reageerde agressief maar had blijkbaar de kijklustigen op zijn hand. Ik ging Abara halen maar die zei dat het niet zo erg was. Hij zal wel eerder bang geweest zijn om te reageren op de truckchauffeur. Hij is hier gekend als een vechtersbaas. Teleurgesteld droop ik af. Zonder eten wou ik toen mijn bed inkruipen. Abara stond al vrij snel terug aan mijn deur om samen een bevalling te doen. In de verte hoorde ik de priesters zingen voor Pasen. Ondertussen kon Abara mijn gedachten wat verzetten door me bij te scholen over de complicaties voor, tijdens en na bevallingen.  In de verte hoorde ik de priesters zingen voor Pasen.
Rond middernacht belde Abid me op om te helpen in de clinic. Buiten zag ik 10 man staan met geweren en binnen trof ik een lichaam aan volledig onder het bloed. Het gezicht was bewerkt met stokken en was onherkenbaar. De patiënt was bewusteloos en had geen bloeddruk. Abid panikeerde en kon geen infuus meer plaatsen. Ik schrok van het beeld. Hij ging in schock en stopte met ademen. Ik startte de reanimatie en riep dat ze de ambulance van Adigrat moesten bellen. Ik dacht toen dat het een verloren zaak was. Abara kwam erbij en kon moeizaam een infuus prikken. De patiënt kreeg in een snel tempo het vocht toegediend. Hij startte langzaam met ademen en ik stopte met reanimeren. Hij kwam ook terug op druk en ik voelde terug een hartslag.
Na een korte tijd begon Abid de vele wonden te hechten op zijn hoofd. Hij kwam terug bij bewustzijn en begon te kreunen van de pijn. Ik kon Abara overtuigen om hem pijnstilling te geven intramusculair. Toen hij min of meer stabiel was, bracht de ambulance hem naar Adigrat. Ik trilde toen ik buiten kwam maar had niet veel tijd om na te denken want in de materniteit stond de vrouw op bevallen. Dit ging vlot en het was een flinke jongen.

Ik ging uiteindelijk slapen met de eerste zonnestralen. Het is pasen......



vrijdag 10 april 2015

1 dag luxe

Ik heb 1 dag in luxe vertoeft. Een verwennerij die ik van mijn mama cadeau heb gekregen voor haar verjaardag. We leven vandaag in deze omgekeerde wereld, dus moeten we ons daar ook aan houden!

Op haar laatste dag Ethiopië bezochten we eerst de rockchurches in Tigray. Kerken die uit de rotsen zijn gekapt in de 4de en 6de eeuw. De uitzichten daarboven waren al zo adembenemend als de kerken zelf . Na een helse en vermoeiende tocht om naar boven te klimmen en stapje voor stapje terug te dalen, reden we richting Mekele.
We hebben het gewaagd om te boeken in een Afrikaans "luxe" hotel... Planet International Hotel, de naam zegt al genoeg. Het was inderdaad een andere planeet achter die deuren.

Ik moet toegeven, ik heb van elke minuut genoten! We hebben dan ook van alle faciliteiten gebruik gemaakt. We hebben de hele middag en ochtend gezwommen, in de zon gelegen in een hangstoel, een hele avond genoten van de jacuzzi en de sauna, als een roos geslapen in een zalig bed met donsdeken en gegeten als een uitgehongerde bij het ontbijtbuffet. Voor even een decadent bestaan, maar nog steeds op z'n Afrikaans. De regendouche die los hangt en waar er een pisstraaltje uitkomt, een kakkerlak die op de ontbijttafel loopt, de weegschaal zonder batterijen, een kartonnen muur achter de tuin, meer mensen die zijn te werk gesteld dan dat er gasten zijn, iedereen die aan de tv is gekluisterd,  3 schapen die aan het zwembad staan om geslacht te worden ...

Het deed een beetje pijn om die deur achter me dicht te slaan, maar vooral om afscheid te nemen van mijn mama.
Ik ging terug naar Kelat, waar ik water uit de put mag halen als ik me wil wassen.
Een groot contrast.

Ik kon dit alles niet vertellen aan Abid. Al kreeg ze van mij alle zeepjes, crèmes en andere gadgets cadeau die ik had weggehaald uit onze hotelkamer.





woensdag 8 april 2015

Een nieuw leven

Een helderblauwe dag in Kelat. Abara, de vroedheer was naar Sobeya voor een meeting, dus stond Abid, de verpleegkundige er alleen voor in de gezondheidspost. Er waren weinig patiënten, dus kon Abid de nieuwe voorraadkast in gebruik nemen. Mijn mama was in de patiëntenzaal en ik zat in de clinic om wat opzoekingen te doen.
Een buurmeisje kwam langs en praatte met Abid. Plots was Abid weg maar ik stelde me geen vragen. 20 minuten later stond het buurmeisje terug aan mijn deur en deed teken dat ik haar volgen moest naar de materniteit. Ik trof daar Abid aan met een vrouw die op bevallen stond. De vrouw was rustig en riep niet zoals de vrouwen hier gewoonlijk doen. Ik voelde of ze al volledige opening had, de baby kon elk moment geboren worden. Er was niemand van haar familie die haar vergezelde. Ze was alleen thuis toen ze de weeën voelde opkomen. Ze is toen te voet van Haben naar Kelat gegaan, een dik uur stappen. Haar vruchtwater verloor ze onderweg.
Abid liep heen en weer  maar door mijn gebrekkig tigrigna was het moeilijk communiceren. De vrouw begon te persen maar bleef haar benen dicht houden waardoor alles erg moeilijk ging. Mijn mama kwam erbij en hielp haar benen open te houden. Abid bekeek alles op een afstand. Voor ik het goed en wel besefte, had ik de baby in mijn handen. Ik gaf de boorling aan de  mama en kon de navelstreng knippen. Daarna overhandigde ik de baby aan mijn eigen mama en begon aan de nabevalling. Abid was nergens meer te bespeuren. Ik panikeerde wat omdat de vrouw hevig bloedde. Plots riep mijn mama dat de baby niet meer ademde en blauw werd. Ik kon haar nog wat instructies geven en maande aan om kalm te blijven, eerder tegen mezelf dan tegen haar. Mijn hart bonsde in mijn keel! Door deze adrenaline-stoot bleef ik doorgaan, niet echt meer bewust van wat ik aan het doen was. De vrouw perste en de placenta kwam er uit. We legden haar toen op een bed. Mijn mama had met een peertje het mondje van de kleine boorling proper geaspireerd en tikte op zijn billetjes om het wakker te krijgen en te doen ademen. Na en tijdje ging het beter, de ademhaling kwam beter op gang en de baby werd minder blauw.      
Mijn mama trof Abid buiten aan. Ze was koffie en een soort pap aan het maken. Het is de traditie hier dat de vrouw net na de bevalling koffie en eten krijgt van de familie. Omdat er niemand was, deed Abid dit voor haar. In mijn ogen iets totaal onbegrijpelijks op zo'n crisismoment, maar hier blijkbaar een prioriteit.
Na een poos zorgde ik dat de baby aan de borst werd gelegd. Iets wat niet zo gemakkelijk ging in het begin. Maar eens de pasgeboren jongen het zuigen onder de knie had, liet hij zich niet gemakkelijk weg trekken van zijn moeders borst.
Ik belde even met Floor, een vroedvrouw uit België die me nog aanwijzingen gaf. Ik was toch wat ongerust voor mogelijke nabloedingen. Nadat ik zag dat het zowel met de moeder als baby goed ging, kon ik even zitten. Ik kon me even niet meer herinneren hoe ik alles had gedaan. Ik ben verpleegster en heb enkel van Floor en uit boeken geleerd hoe je een bevalling moet begeleiden. Ik heb vaak gekeken en geholpen maar slechts 1 bevalling zelfstandig gedaan met Abara naast mij. Hij had toen ook de na bevalling gedaan.

Ik voel me trots dat ik het gedaan heb en dat de moeder en baby gezond zijn. Maar ik heb vooral geluk gehad dat er uiteindelijk niets is fout gelopen. Ik heb spijtig genoeg niet de gouden handen van Abara, zoals mijn mama zegt. Ik heb schrik gehad maar met de hulp van mijn mama stonden we samen sterk! Iets om nooit meer te vergeten.