Een helderblauwe dag in Kelat. Abara, de vroedheer was naar Sobeya voor een meeting, dus stond Abid, de verpleegkundige er alleen voor in de gezondheidspost. Er waren weinig patiënten, dus kon Abid de nieuwe voorraadkast in gebruik nemen. Mijn mama was in de patiëntenzaal en ik zat in de clinic om wat opzoekingen te doen.
Een buurmeisje kwam langs en praatte met Abid. Plots was Abid weg maar ik stelde me geen vragen. 20 minuten later stond het buurmeisje terug aan mijn deur en deed teken dat ik haar volgen moest naar de materniteit. Ik trof daar Abid aan met een vrouw die op bevallen stond. De vrouw was rustig en riep niet zoals de vrouwen hier gewoonlijk doen. Ik voelde of ze al volledige opening had, de baby kon elk moment geboren worden. Er was niemand van haar familie die haar vergezelde. Ze was alleen thuis toen ze de weeën voelde opkomen. Ze is toen te voet van Haben naar Kelat gegaan, een dik uur stappen. Haar vruchtwater verloor ze onderweg.
Abid liep heen en weer maar door mijn gebrekkig tigrigna was het moeilijk communiceren. De vrouw begon te persen maar bleef haar benen dicht houden waardoor alles erg moeilijk ging. Mijn mama kwam erbij en hielp haar benen open te houden. Abid bekeek alles op een afstand. Voor ik het goed en wel besefte, had ik de baby in mijn handen. Ik gaf de boorling aan de mama en kon de navelstreng knippen. Daarna overhandigde ik de baby aan mijn eigen mama en begon aan de nabevalling. Abid was nergens meer te bespeuren. Ik panikeerde wat omdat de vrouw hevig bloedde. Plots riep mijn mama dat de baby niet meer ademde en blauw werd. Ik kon haar nog wat instructies geven en maande aan om kalm te blijven, eerder tegen mezelf dan tegen haar. Mijn hart bonsde in mijn keel! Door deze adrenaline-stoot bleef ik doorgaan, niet echt meer bewust van wat ik aan het doen was. De vrouw perste en de placenta kwam er uit. We legden haar toen op een bed. Mijn mama had met een peertje het mondje van de kleine boorling proper geaspireerd en tikte op zijn billetjes om het wakker te krijgen en te doen ademen. Na en tijdje ging het beter, de ademhaling kwam beter op gang en de baby werd minder blauw.
Mijn mama trof Abid buiten aan. Ze was koffie en een soort pap aan het maken. Het is de traditie hier dat de vrouw net na de bevalling koffie en eten krijgt van de familie. Omdat er niemand was, deed Abid dit voor haar. In mijn ogen iets totaal onbegrijpelijks op zo'n crisismoment, maar hier blijkbaar een prioriteit.
Na een poos zorgde ik dat de baby aan de borst werd gelegd. Iets wat niet zo gemakkelijk ging in het begin. Maar eens de pasgeboren jongen het zuigen onder de knie had, liet hij zich niet gemakkelijk weg trekken van zijn moeders borst.
Ik belde even met Floor, een vroedvrouw uit België die me nog aanwijzingen gaf. Ik was toch wat ongerust voor mogelijke nabloedingen. Nadat ik zag dat het zowel met de moeder als baby goed ging, kon ik even zitten. Ik kon me even niet meer herinneren hoe ik alles had gedaan. Ik ben verpleegster en heb enkel van Floor en uit boeken geleerd hoe je een bevalling moet begeleiden. Ik heb vaak gekeken en geholpen maar slechts 1 bevalling zelfstandig gedaan met Abara naast mij. Hij had toen ook de na bevalling gedaan.
Ik voel me trots dat ik het gedaan heb en dat de moeder en baby gezond zijn. Maar ik heb vooral geluk gehad dat er uiteindelijk niets is fout gelopen. Ik heb spijtig genoeg niet de gouden handen van Abara, zoals mijn mama zegt. Ik heb schrik gehad maar met de hulp van mijn mama stonden we samen sterk! Iets om nooit meer te vergeten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten