vrijdag 24 april 2015

De Eritrese droom in een Ethiopisch vluchtelingenkamp

Via Tesfalem kon ik contact maken met Abebe. Een man eind de 30 die sinds 8jaar voor het NRC (= Norwegian Refugee Council) werkt. Hij kent Tesfalem omdat ze vroeger collega's waren in Adigrat waar ze werkten voor Caritas Belgium. Via hem kreeg ik te horen dat het niet mogelijk zou zijn om een vluchtelingenkamp te bezoeken zonder brief van de ARA (Administration for Refugees Affairs). Het hoofdconsulaat bevindt zich in Addis Abeba. Hij zei dat als we er heen zouden gaan, we gemakkelijk toestemminh zouden krijgen om de vluchtelingenkampen te bezoeken. Ze vinden dat er te weinig aandacht gaat naar de Eritrese vluchtelingenkampen waardoor ze te weinig internationale steun krijgen. Hij stond daarom wel open om me te woord te staan.
We spraken af voor een koffie op het terras aan mijn hotel. Ik had me voorbereid alsof ik een interview zou afleggen voor het vak Nederlands in de middelbare school. Met vragen neergekrabbeld op een vel papier, enkele blanco bladen en mijn stylo zat ik klaar om naar zijn kennis te luisteren. Bij aankomst stelden we elkaar kort voor en gingen meteen aan de slag.

In Ethiopië zijn er 587 708 vluchtelingen verdeeld over 23 vluchtelingenkampen. Ethiopië heeft een internationaal contract getekend waarbij ze akkoord gaan met de rechten van de vluchtelingen en dat zij hen ontvangt en opvangt. Als je kijkt naar de buurlanden is Ethiopie omringd door conflictgebieden, waardoor de vluchtelingenstroom groot is.
Het grootste kamp is Gambela kamp in het Zuidwesten van Ethiopië waar vooral Zuid-Soedanese vluchtelingen worden opgevangen. Er verblijven momenteel 256 279 vluchtelingen (UNHCR, 2013). Het grootste vluchtelingenkamp in de wereld, Dadaab ligt in het oosten van Kenya. Momenteel worden er 350 000 vluchtelingen opgevangen, vooral Somaliers (UNHCR, 2014). Een ander groot vluchtelingenkamp is Assosa, ligt in het Westen van Ethiopië en vangt zowel Zuid Soedanesen als Soedanesen op. Andere voorbeelden zijn Dollo Ado in het Zuiden en Jijga in het Zuidoosten die Somalische vluchtelingen opvangt, de kampen in Shire in het Noordwesten die Eritrese vluchtelingen opvangt en Afar in het Noordoosten die zowel Eritrese als Somalische vluchtelingen opvangt. Volgens Abebe is er ook een kamp in Shishiga die residenten van Ethiopië zelf opvangt, met dezelfde redenen als een vluchteling en onder bescherming van de overheid vallen, zogenaamd IDP= Internally Displaced People. Over dat laatste zouden er volgens de site van de UNHCR geen IDP's zijn in Ethiopië.

Shire ligt in het Noordwesten van Ethiopie, aan de grens met Eritrea. Er zijn 4 vluchtelingenkampen die vooral Eritrese vluchtelingen opvangt. 95% zijn van het Tigrayse type, waardoor ze vooral Tigrigna spreken. De kampen zijn gemengd met families, alleenstaande mannen en vrouwen en voor het grootste deel niet begeleide minderjarigen.
Er zijn over de 4 kampen 98 000 vluchtelingen geregistreerd maar het juiste aantal die effectief in de vluchtelingenkampen verblijven is niet gekend. De UNHCR (United Nations High Commissioner for Refugees) doet maandelijks een telling en de cijfers komen niet overeen. Ze hebben geen zicht wie vertrekt uit de kampen om illegaal naar Europa te trekken. Voor hen zijn de bootvluchtelingen een levendig onderwerp, niet sinds afgelopen maanden, wel al een gekend probleem van jaren. Abebe vertelt me dat de Eritrese vluchtelingen altijd eerst via de Ethiopische vluchtelingenkamen gaan, ze zien dat er geen uitweg is, dromen van een betere toekomst in Europa en vertrekken via Soedan, Libië en steken de middelandse zee over naar waar het gras groener lijkt.

Dagelijks worden er nieuwe vluchtelingen geregistreerd. In september 2014 waren dat er gemiddeld 500/dag, in februari 2015 waren dat er nog 150-200/dag. Hij vermoedt dat er in september terug een grote instroom zal zijn, vooral van minderjarigen. In september krijgen de jongeren die net afgestudeerd zijn aan de middelbare school te horen of ze naar de universiteit mogen gaan. Dit is maar een klein aantal. Diegene die niet zijn geselecteerd zijn verplicht om legerdienst te doen. Er wordt gezegd dat dit voor enkele laanden is maar dit kan soms tot 10 jaar of langer duren. Hiervoor krijgen ze niet betaald, dus kunnen ze hun familie niet onderhouden. Omdat de omstandigheden tijdens de legerdienst erbarmelijk zijn, vluchten de jongeren naar Ethiopië. Abebe kon geen voorbeeld geven over de situatie binnen het leger maar ik wist via mijn werk dat dit vooral om folteringen gaan. Iemand die weigert zijn legerdienst te doen wordt gevangen genomen en verdwijnt daarna.
De situatie in Eritrea is algemeen slecht, vooral op sociaal-economisch vlak. Volgens Seneid, de leerkracht die zelf afkomstig is uit Eritrea, lijden veel mensen honger, is er bijna geen toegang tot gezondheidszorg, kan men niet kiezen wat ze doen voor werk en is er helemaal geen vrijheid en dus ook weinig hoop. De mensen zijn soms bang om op straat te lopen en doen enkel het broodnodige bijvoorbeeld naar de winkel gaan en de kinderen naar school laten gaan.
Abebe vindt dat er weinig aandacht is op internationaal vlak en dat het moeilijk is om iets te weten te komen over Eritrea. Ik merk dat er momenteel meer aandacht is door de gebeurtenissen met de bootvluchtelingen. Ik las in een artikel van de knack (april 2015) dat de media extreem gecensureerd wordt en dat de Eritrese bevolking een uitreisvisum nodig heeft om het land te verlaten, die bijna nooit wordt gegeven. Het wordt vergeleken met Noord-Korea en zelfs nog een trap hoger.
De relatie tussen Ethiopië en Eritrea is zoals ik eerder schreef niet goed, er hangt een constante spanning aan de grens. Dit is sinds de oorlog en onafhankelijkheid van Eritrea (1991) geleden nooit verbeterd maar eerder verslechterd.

De meeste vluchtelingen worden aangehouden aan de grens. In Derbobuna, het grensdorp waar de meeste vluchtelingen hun oversteek maken is een screening centrum, dit is dichtbij Shire. Ze krijgen daar een interview met iemand van IOM (International Organization for Migration) om te achterhalen of ze effectief een vluchteling zijn en recht hebben op opvang. Ze worden geregistreerd en met vrachtwagens naar een vluchtelingenkamp gebracht. In het screeningscentrum gebeurt ook een ebola screening, wat ik opmerkelijk vind voor dit gebied.,
Bij aankomst kunnen ze medische problemen melden, krijgen ze informatie over het vluchtelingenkamp en krijgen ze een basispakket (bv. Sanitaire benodigdheden, matras, deken...) . In Shire bestaan de kampen uit zowel huizen uit steen als uit tenten. De tenten zijn specifiek voor deze omgeving en zijn duurder dan andere tenten die men gebruikt in vluchtelingenkampen. Door gebrek aan financiele steun zijn er te weinig tenten voor de op te vangen vluchtelingen. In 1 standaard tent is er plaats voor 5 mensen maar nu liggen er in de volwassen tenten gemiddeld 15-20 mensen en in de tenten voor minderjarigen tot 8 jongeren.
Per tent hebben ze kookmateriaal en krijgen ze voeding om te verwerken. Indien ze extra middelen willen aankopen bv. kruiden of wasproduct, krijgen ze per gezin, per tent of per man bonnen waarmee ze dit kunnen inruilen in de verzamelposten. Bij minderjarigen zijn het de bewakers die hun bonnen bij houden.
De minderjarigen slapen samen in tenten en worden de leeftijden gemixt zodat oud voor jong kan zorgen. De injera krijgen ze van de staf, de sauzen moeten ze zelf maken.
De minderjarigen kunnen naar school gaan. Er is een technische school georganiseerd door NRC (Norwegian Refugee Council) voor de jongeren die een beroep willen leren, bijvoorbeeld houtbewerking, elektriciteit, haarzorg, verzorgende... Dit is niet verplicht maar bijna iedereen gaat daarop in.
Voor de niet begeleide minderjarigen worden er ook activiteiten georganiseerd en is er een zogenaamd kind vriendelijke ruimte. Ze kunnen sporten, krijgen kookles, doen aan groepsspelen... Voor de jongste kinderen is er een soortgelijk kinderdagverblijf.

In elk kamp is er gezondheidscentrum waar zowel een dokter als verpleegkundigen aanwezig zijn. Dit is 24u/24 open. Ze staan in voor eerste zorgen, bevallingen, vaccinaties, anticonceptie... Abebe kon jammer genoeg weinig uitleg geven over de werking van het gezondheidscentrum en de rechten van de patiënt.
In elk kamp is er ook plaats voor ieder zijn godsdienst. Er is een orthodoxe, katholieke en protestantse kerk en een moskee.

Er is een algemene wetgeving binnen de kampen. Er is een bestuur binnen elk kamp namelijk RCC (Central Refugee Comunite). Als er problemen zijn binnen het kamp komt ARA tussenbeiden en maakt het RCC een beslissing. In het algemeen heeft Abebe weinig weet over veel agressie. Er is sociale controle.
De kampen zijn open en dus iedereen kan binnen en ook vertrekken zonder registratie. Als ze zich in Ethiopië willen verplaatsen om bijvoorbeeld familie te bezoeken hebben ze een permissie nodig. Ik merkte tijdens mijn verblijf dat er veel legercontroles op de weg zijn en die permissie hebben ze op dat moment nodig. De vluchtelingen zijn niet verplicht om in een vluchtelingenkamp te verblijven en kunnen ook bij familie of kennissen verblijven.

In de kampen werken er bewakers, verpleegkundigen, dokter, leekrachten, sociaal werkers, administratief medewerkers... De werknemers kunnen zowel internationaal zijn als afkomstig uit Ethiopië of uit Eritrea, die zelf vluchteling zijn geweest. Er zijn ook heel wat organisaties aanwezig.
ARA is een organisatie van Ethiopië die vooral voor het algemene leven van de vluchtelingen zorgt bijvoorbeeld voeding. NRC is een Noorse organisatie die zorgt voor de tenten en zich specifiek richt naar de zorg van niet begeleide minderjarigen. Ze staan in voor het YEP project die de technische school organiseert. Verder is het UNHCR duidelijk aanwezig, IRC= International Rescue committee, CVT= Center for Victims of Torture, sinds 2015 MSF (Médecins Sans Frontières) from The Netherlands en IHS= Innovative Humanitarian Solutions.

Of de mensen er kunnen blijven is vanzelfsprekend in deze situatie volgens Abebe. Zolang de situatie in Eritrea niet verbeterd zal Ethiopië Eritrese vluchtelingen blijven opvangen. Of de situatie zal verbeteren is een groot vraagteken. Als ik ooit terugkeer weet ik niet wat ik hier zal vinden.. Wat ik nu vind en hoor is hoop! De mensen hopen op een betere toekomst, hier in Ethiopië of Europa. Maar hun ultieme droom is terug naar Eritrea gaan waar ze kunnen leven in alle vrijheid.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten