woensdag 1 april 2015

Een goede buur is beter dan een verre vriend.

Het verhaal van de leerkracht Martsi was nog niet af. Eerder had ik verteld dat haar broers en zus in een vluchtelingenkamp wonen en dat haar ouders in Eritrea achter bleven. Ik heb samen met haar een oudere vrouw bezocht in de bergen. Zij heeft al jaren huiduitslag dat jeukt dat soms betert. Haar huid is kurkdroog. Ik kan niet thuisbrengen wat het is. Het zou een allergie kunnen zijn. Omdat ik enkel iets mee heb tegen droge huid, raad ik haar aan om naar het ziekenhuis in Adigrat te gaan. Daar kan ze bij een dokter terecht die haar de gepaste therapie kan voorschrijven. Ik vraag haar ook of ze ooit een HIV test heeft gedaan. In mijn ogen lijkt ze in een korte tijd erg vermagerd omdat de huid in haar gezicht naar beneden hangt. Huiduitslag is ook een eerste symptoom bij HIV. Voor haar eigen veiligheid maak ik een afspraak in onze  gezondheidspost om een HIV test uit te voeren en deze piste te kunnen uitsluiten. De dochter van de oude vrouw, ook een leerkracht in de lagere school, maakt rijst, injera en biedt me towa en koffie aan.

Tijdens de ontvangst in het huis van de oude vrouw, heb ik de tijd om te luisteren naar het levensverhaal van de Martsi.  Zij heeft 2 broers, een tweeling van 14jaar en een zus van 16jaar. Zij zijn samen 6 jaar geleden Eritrea ontvlucht. Nu wonen ze samen in 1 van de 3 vluchtelingenkampen bij Shire, in het Noord-Westen van Ethiopië.  Omdat ze zo jong zijn, mogen ze soms op bezoek komen bij hun oudere zus hier in Kelat, maar dan op eigen kosten. Martsi hoopt hen nog te bezoeken deze zomer. Zij zitten namelijk in een project om naar Amerika te verhuizen als minderjarige om daar een (ander/beter) leven op te bouwen. Ze wil graag afscheid nemen van hen vooraleer ze definitief vertrekken.
Ze heeft ook nog één oudere broer. Vroeger was hij militair in het leger van Eritrea maar is daarna ook gevlucht naar Ethiopië. Fluisterend vertelt ze me dat hij gek geworden is. Hij kan niet vertellen wat er allemaal is gebeurd en lijdt nu een eenzaam leven in een ander vluchtelingenkamp.

De man van Martsi werkt momenteel vrijwillig in het leger van Ethiopië. Ze hebben samen een zoon en een dochter, Etherdan en Arsema . Als we terug naar de gezondheidspost stappen, vertelt ze me nog een geheim. Haar zoons naam verwijst naar de oorlog tussen Ethiopië en Eritrea (Etherdan: Ethiopië-Eritrea-dan=oorlog in Tigrigna).

Martsi geeft toe dat ze het erg moeilijk vindt dat haar familie uit elkaar is gerukt door de oorlog en dat dit nog steeds een grote impact heeft op haar leven. Elke dag draagt ze dit met haar mee.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten