donderdag 5 februari 2015

Tigray!

Vandaag was het de grote dag. We zouden eindelijk naar Sobeya/Sebeya en Kelat/Kleat/kilat gaan. We hadden om 9u afgesproken met Tesfalem. Hij had wéér een vriend mee. Ons materiaal werd snel ingeladen in de jeep en ik discussieerde voor het vertrek nog even met Tesfalem over het nut van zijn vriend die de hele dag mee zou gaan. Support is belangrijk en hij zou ons met veel mensen in contact brengen. Behalve onze koekjes op te eten en plaats in te nemen konden we weinig van dat nut profiteren...

We brachten eerst een bezoek aan Fartsi, een stadje dichtbij de grens met Eritrea. Daar ontmoetten we leden van de Woreda, het regionale bestuur.

In de regio zijn er 3 ambulances in gebruik. Deze zijn verdeeld over de dorpen/gemeenten. Zo kunnen er snelle interventies plaatsvinden tussen de ziekenposten. Er is een indeling van "ziekenhuizen" ; kelat heeft een gezondheidspost met materniteit waar 2 verpleegkundigen en 1 vroedman werkt. Er kunnen vrouwen bevallen en er worden eerste zorgen toegediend. In Sobeya heb je een gezondheidscentrum waar 23 verpleegkundigen en vroedvrouwen werken, er gebeuren geen ingrepen maar er kunnen vrouwen bevallen en mensen verblijven met HIV, malaria, COPD en tuberculose. Ze hebben een koelkast met poliovaccinaties en er is een klein labo. In Fartsi heb je een primary hospital waar kleine ingrepen plaats vinden, trauma verzorgt worden en keizersnedes worden uitgevoerd. Bij complexe gezondheidsproblemen kunnen de patienten met een ambulance naar Adigrat worden gebracht. De stad heeft een ziekenhuis waar dokters en verpleegkundigen werken en allerlei ingrepen doen.

Na Farsti reden we naar de grensstad van Eritrea. We hebben even een stap op Eritrese grond gezet. Je voelt terk de aanwezigheid van het leger. Het grensstadje heeft duidelijke geleden onder de oorlog die werd uitgevochten tussen Ethiopie en Eritrea, vroeger een regio van Ethiopië maar is sinds 2002 onafhankelijk . Het enige wat ik weet over dit land is dat het het Noord Korea wordt genoemd van Afrika en dat wij in het opvangcentrum een grote toevloed hebben van jonge eritreërs. Tesfalem vertelt dat er familie van hem woont. Zij willen niet slecht spreken over hun land. Ze zijn zelfs trots op hun land maar vinden dat ze slecht geregeerd worden. Hij geeft geen duidelijk antwoord als ik vraag waarom, maar hij heeft wel toe dat iedereen verplicht wordt om naar het leger te gaan. Ook zegt hij dat de regering een dictatuur is en enkel het leger belangrijk is. Als ik vraag naar de gruwel daden binnen het leger wuift hij dit weg. Is het door onwetendheid of om ons dit te besparen? Ik zal het nooit weten

Na het Eritrees landschap te bewonderen, wat weinig verschilt met dat van Tigray, trekken we richting Sobeya.
We worden er warm onthaalt met een hele stoet mensen. Ze klappen en zingen voor ons. Er wordt verwacht dat we een kleine speech geven bij de school. Na dat overleeft te hebben en uiteindelijk wel mooie woorden gezegd te hebben zoals "hulp en hoop heeft de mens nodig om goed te functioneren" en "we zijn dankbaar hier te mogen zijn" ..., kregen we een hele maaltijd voorgeschoteld. Na een koffie op traditionele wijze waren we goed aangesterkt om naar Kelat te gaan. De weg ernaar toe is een ramp. Enkel met een jeep kan je er geraken. Het was erger dan verwacht. Daar gaat onze fantasie om door het land te cruisen met een brommer. We weten dat vervoer een ramp zal zijn, waardoor we beperkt zullen zijn in vrijheid.

De omgeving is prachtig maar ook heel droog, dus ook het nodige stof kruipt overal.
In kelat reden we meteen door naar het ziekenhuis. Er was een begrafenis dus werd er een hele ceremonie voor ons ontvangst bespaard.
Wat we te zien kregen was een groot verschil met het ziekenhuis in Farsi of het gezondheidscentrum in Sobeya. Er is geen stromend water (meer), de toiletten en douches werken niet, de deuren zijn kapot, de ruimtes worden niet gebruikt waarvoor nodig, de containers zijn gesloten met heel wat materiaal in.
We werden ontvangen in het huisje van de verpleegster, Abid. Zij zou koken voor ons tijdens ons verblijf. We voelen dat niemand van hen Engels spreekt, dus onze armen en voeten zullen goed gebruikt worden! Tesfalem wou nog even vertalen om enkele dingen te bespreken. Zo moet het lopend water dringend hersteld worden, vooral omdat hier reeds werd investeerd. Dit blijkt helemaal niet makkelijk te zijn en is het de woreda die dat wat tegen houdt. Die zullen snel van ons horen. We spreken af met tesfalem dat hij een afspraak moet maken met de woreda en dat hij voor een technieker moet zorgen die de deuren en verlichting moet herstellen.
Ook wordt er gesproken over een labo. Dit zal nog heel wat energie en tijd vragen. Eerst moeten we en akkoord krijgen van de woreda om dit aan te schaffen. Dan moeten we materiaal vinden en dan zal de woreda nog op zoek moeten gaan naar een laborant. Dit zijn zorgen voor later. We kregen terug wat te eten en de nodige koffie. Het lokaal die we zouden gebruiken om te slapen werd samen met de verpleegkundigen en de wacht opgekuist. Na een stad spinnen aan te vallen en bergen stof te verwijderen maakten we ons eigen plekje. Zelfs het toilet werd schoon gemaakt. Er werd besproken dat ik morgen mee zou gaan met Tikle voor een poliocampagne in de buurt en Marie zou in het ziekenhuis blijven met Abid en Abaraha. Spannend! We namen afscheid van tesfalem.

Alles werd voor even donker maar toen zagen we de hemel verlichten met al zijn sterren en vergaten we alles wat ons te wachten zou staan.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten