Het kan in Ethiopië; hoger stappen en slapen dan ik ooit ben geweest! Ik deed uit de hoogte stuurde iemand me, een grap die van hem herkenbaar was en me ook luidop deed lachen. Er vlogen grote roofvogels langs de bergflanken en als ik ze zo zag in de lucht wou ik met hen mee vliegen. Vliegen over het dak van Afrika volgens de Ethiopiers.
Je merkt niet dat je hoog bent omdat de bergen rondom rond ook hoog zijn. Tot je begint te stappen, mijn benen konden het aan, maar mijn hart niet. Het ging als een gek tekeer bij elke inspanning dat ik deed.
De simien mountains zijn prachtig. Het is er stil en zelfs op bijna 4000m hoog kon ik in t-shirt en korte broek rondlopen. De nachten waren koud maar dragelijk in een tent. Ik had zelfs een hele groep (ethiopiesche) mannen die me graag wou warm houden in de tent. Ik sloeg dat aanbod liever af.
Tijdens onze 3daagse waren er nog 3 Poolse mannen mee. Mijn mama en ik waren zagen het zitten met zo'n sterke mannen die leken op soldaten. Snel bleek dat onze conditie beter was en we soms sneller liepen dan hen. We zagen antilopen, eekhoorns, een fret, véél vogels, een steenbok, bavianen... Het 'wauw'-effect bleef maar komen bij elk uitzicht.
Niet alleen onze tocht in de bergen heeft indruk gemaakt, maar ook de weg ernaar toe.
Ik heb voor het eerst een vluchtelingenkamp gezien. We reden langs stenen huizen, allemaal dezelfde en in nette rijen geplaatst. Plots zag ik een plastiek van de UNHCR over een huisje hangen en onze chauffeur bevestigde dat het een vluchtelingenkamp was. Het waren hier dus niet de gekende tijdelijke witte tenten maar grijze stenen huizen die hier zouden blijven staan.
Ik moest denken aan de leerkracht van Kelat. Hier ergens wonen haar broers en zussen. Een leven zonder uitzicht maar toch hopend op een betere toekomst. Want hier doet hoop verder leven!
Het blijkt alsof ze hier vast zitten en een eigen stad opbouwen. Ik hoop dat er wat geluk te vinden is! Ik word er stil van en denk aan onze jongeren in het opvangcentrum waar ik werk. Sommige Eritrese jongeren kunnen hier ook voor een tijd verbleven hebben.
Nadat we de laatste mensen van het kamp zagen rond lopen op de straat, reden we de bergen in.
Onze ogen werden verwend en we kregen maar niet genoeg van het dramatisch landschap van de simien mountains. De dorpen langs de weg leken schrijnend armer dan de plaatsen waar ik al was geweest. De mensen hebben hier bijna niets. We zagen een groepje kinderen rond een grote hoop veren staan. Toen ze ons zagen, waren ze trots om een grote dode vogel te tonen. Het was een soort gier. Ik wou niet denken aan de omstandigheden hoe de vogel was omgekomen. Het was een prachtig beest, de vleugels konden wel rond 10kinderen.
De auto kreeg moeilijkheden waardoor we om de 10min moesten stoppen om de motor te laten afkoelen. Achteraf bleek het een slecht contact te zijn. De tijd vloog voorbij. Het begon te onweren en de nacht viel. In het donker en met een bang hartje volgden we de weg verder richting Debark. We wisten toen nog niet wat ons de volgende dag zou te wachten staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten